SV | Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der woestijn zullen [weder] jong gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok en vijgeboom zullen hun vermogen geven. |
WLC | אַל־תִּֽירְאוּ֙ בַּהֲמֹ֣ות שָׂדַ֔י כִּ֥י דָשְׁא֖וּ נְאֹ֣ות מִדְבָּ֑ר כִּֽי־עֵץ֙ נָשָׂ֣א פִרְיֹ֔ו תְּאֵנָ֥ה וָגֶ֖פֶן נָתְנ֥וּ חֵילָֽם׃ |
Trans. | ’al-tîrə’û bahămwōṯ śāḏay kî ḏāšə’û nə’wōṯ miḏəbār kî-‘ēṣ nāśā’ firəywō tə’ēnâ wāḡefen nāṯənû ḥêlām: |
Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der woestijn zullen [weder] jong gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok en vijgeboom zullen hun vermogen geven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der woestijn zullen [weder] jong gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok en vijgeboom zullen hun vermogen geven.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!